top of page

Op het bankje met... Carolien Smit

Ik denk dat heel veel mensen haar wel kennen. Als je ’s ochtends over de Hatertseweg naar school of naar je werk fietst, dan kun je haar niet missen. Ga je haar gewoon links inhalen of ga je rechts over de stoep om haar voorbij te gaan? Hoe dan ook, Carolien valt op met haar rode jas, lange bruine haren én haar rolstoel. En haar paraplu, onmisbaar.​

Mijn eerste vraag aan Carolien (58) is hoe ze dit toch dag in, dag uit volhoudt. Met je rolstoel van Hatert richting stad en ’s middags weer terug. En dat iedere dag weer.

Carolien vindt dat zelf helemaal geen probleem. “Heerlijk zelfs! Ik moet er niet aan denken om binnen te zitten. Ik ben heel blij als ik er weer uit kan. Als ik lang niet kan bewegen, bijvoorbeeld als we met de auto ergens naartoe gaan, dan ga ik altijd eerst even een rondje met de rolstoel lopen, zodat ik voorlopig weer even stil kan zitten.

Daarnaast ben ik ook echt een ochtendmens, dus ’s morgens vroeg m’n bed uit, is geen probleem.” De dag waarop ik haar spreek heeft ze uitgeslapen tot 7:15u, want het is vakantie, maar normaal staat ze rond 6:00u op.

En waar rij jij dan zo vaak naartoe?

“Rijden? Ik noem het lopen hoor!” Sorry, Carolien, je hebt natuurlijk helemaal gelijk, dom van me. “Ik verplaats mezelf door mijn voeten te verplaatsen, dus ik ben eigenlijk gewoon aan het lopen, alleen dan met een stoel onder me. Ik werk drie ochtenden bij de basisschool Klein Heyendaal als remedial teacher en de andere dagen breng ik regelmatig door in de medische bibliotheek of in de sportschool.”

Hoe lang ben je dan onderweg als je naar Klein Heyendaal gaat?

“Ongeveer 1 uur en 20 minuten heen en ook weer terug. Ruim 2,5 uur sporten per dag dus!”

En dan sport je er ook nog bij?

“Jazeker. Tegenwoordig fitness ik bij het Universitair Sportcentrum. Minstens 1 à 2 keer in de week. Ik kan dus wel zeggen dat ik een hele goede conditie heb, gelukkig wel. Ik heb me altijd met sport beziggehouden. Toen ik nog in Beuningen woonde, gaf ik daar aerobics- en steplessen.”

En wat doe jij bij de medische bibliotheek?

“Dat is bij het Radboud UMC. Ik vind alles wat met de medische wereld te maken heeft interessant. Dat is gewoon een enorme passie van me. Ik zou dolgraag medische hoorcolleges willen volgen bij het UMC, maar dat mag helaas niet. Ik wil er zelfs voor betalen, maar als niet-student krijg ik helaas geen toegang. Om die reden ben ik een jaarcursus ‘Medische basiskennis’ aan het volgen. Ik ga een keer per week naar Velp toe en ga er altijd volledig voorbereid naartoe.”

Hoe ben je in het vak van remedial teaching terechtgekomen?

“Ik heb ooit de PABO gedaan, maar ik heb uiteindelijk nooit voor de klas gestaan. Op het moment van afstuderen was er een overschot aan leraren, dus kwam ik niet op een school aan het werk. De situatie is nu wel even anders.”

Zou je nu dan alsnog het onderwijs in willen gaan?

“Nee, ik vind het heel fijn om met kleine groepjes te werken. Individuele begeleiding van kinderen past veel beter bij mij. En wat ik zo ontzettend leuk vind aan kinderen is dat je gewoon gek kunt doen en jezelf kunt zijn. Ik voel me daar goed bij en de kinderen vinden het ook gezellig. En dan gaat het leren daarna ook weer beter!”

Oké, Carolien, maar dan nu toch de hamvraag: hoe ben jij in een rolstoel terechtgekomen?

“Toen ik 33 jaar oud was, ben ik door een auto aangereden, terwijl ik op de fiets zat. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Door die aanrijding kreeg ik heel erg last van dystrofie aan mijn armen, een complex regionaal pijnsyndroom.

Door die pijn aan mijn armen zijn er zenuwen in mijn rug onderbroken en daar is het helemaal misgegaan. Aan die operatie heb ik spitsvoeten overgehouden, waardoor ik niet meer goed op mijn benen kan staan. De balans is zoek. Spitsvoeten zijn voeten zoals een balletdanseres haar voeten neerzet. In mijn geval zijn ze dan ontspannen, maar het lukt me helaas niet om te lopen als een balletdanseres…En als ik val, dan breek ik van alles, vandaar dat het echt beter is om me te verplaatsen in de rolstoel. In huis kan ik me wel kleine stukjes staand verplaatsen, zolang ik me maar goed kan vasthouden. Na het ongeluk was het lesgeven in de sportschool helaas voorbij."

En hoe sta jij nu in het leven? Wat doet zo’n ingrijpende gebeurtenis met je?

“Ik ben eigenlijk heel optimistisch en voel me nog steeds in de bloei van mijn leven. Ik ben gewoon bij 21 jaar blijven steken ;-). Tuurlijk heb ik het in het begin wel zwaar gehad, maar nu probeer ik het leven luchtig te benaderen en zoveel mogelijk te lachen, anders heb ik er alleen mezelf maar mee. En ik vind mezelf ook zeker geen pechvogel. Daarnaast heb ik een lieve man naast me, ook heel belangrijk.

Wat ik wel vervelend vind, is als mensen me ongevraagd gaan helpen omdat ik in een rolstoel zit. Een man trok me mijn jas uit mijn handen om me bij het aandoen ervan te ‘helpen’. Nou, dat moet je dus echt niet doen, ik kan mezelf heel goed redden. En als ik hulp nodig heb, dan vraag ik die wel.”

Ben jij een echte Hatertse?

“Nee, zeker niet. Geen Beuningse, geen Hatertse en ook geen Nijmeegse. Ik voel me een echte Limburger! Ik kom uit Geleen en ik wil daar ook heel graag weer naar teruggaan. Nu gaat dat nog even niet, maar zodra dat mogelijk is, ben ik weg.”

Ik las dat je aan de Vierdaagse hebt meegedaan. Hoe dan?

“Ja, inderdaad. Ik doe altijd de 50 km-afstand, dat is minder druk dan de 40 km. De 100e vierdaagse heb ik voor de 55 km-afstand gekozen. Het is altijd gezellig. Ik ben gemiddeld genomen iets trager dan de rechtop-lopers, maar omdat ik geen pauze neem, doe ik er ongeveer net zo lang over. Ik vind het heerlijk om te doen, lekker kletsen onderweg. Ik vermaak me wel.

En nog mooier vind ik de Kennedy-Mars in Sittard, een 1-daagse loop van 80 kilometer.

En waarom? Omdat ik dan 80 kilometer lang Limburgs kan kletsen ;-)).”

Is er ook een moment waarop je niet loopt?

“Ik loop alleen niet als het onweert, dan is het gewoon niet meer veilig. Als het vriest, dan loop ik met ijzers onder mijn schoenen.”

Is er in jouw volle agenda ook nog ruimte voor hobby’s?

“Ja, het sporten is mijn hobby, en dwarsfluit spelen. En misschien wat gênant om te zeggen, maar ik spaar Furby’s. Toen ik in een winkel een meisje met een pratende Furby zag, was ik volledig verkocht. Die moest ik ook hebben. Sindsdien spaar ik allerlei Furby’s en ik heb natuurlijk mijn allereerste nog.”

Ja, Carolien, daar moet ik natuurlijk een foto van hebben!

Wat me zeker bijblijft na dit gesprek is dat je echt een volwaardig, gelukkig leven kunt leiden als er zoiets dramatisch met je is gebeurd. Want laten we eerlijk zijn, je moet toch niet aan denken dat je je benen niet meer gewoon kunt gebruiken. En dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, dat realiseer ik me ook goed.

Wat zou het toch gaaf zijn als het gaat lukken om Carolien die hoorcolleges te laten volgen. Ik ga eens kijken wie ik in mijn netwerk kan aanspreken hierover. Of ken jij iemand die Carolien hierbij zou kunnen helpen? Mail het dan naar ophetbankjemet@gmail.com

bottom of page